De Europese Unie, ooit opgericht om vrede en economische samenwerking te bevorderen, lijkt zich tegenwoordig vooral te profileren als fabriek van regelgeving. Richtlijnen en verordeningen stromen in een onophoudelijke golf vanuit Brussel naar de lidstaten, met de bouwsector als een van de zwaarst getroffen gebieden. Binnen die sector is het de gevelbouw die in het bijzonder piept en kraakt onder de toenemende regeldruk.
De intentie achter Europese regelgeving is vaak nobel – wie is er nou tegen veiligheid, duurzaamheid en energie-besparing? Maar de praktijk laat zien dat de opeenstapeling van technische eisen, certificeringen en administratieve lasten een verlammend effect heeft. Voor de gevelbouwer betekent dit: meer papierwerk, hogere kosten en minder ruimte voor innovatie.
Neem de nieuwe eisen rondom circulair bouwen en de bijbehorende materiaalpaspoorten. In theorie een prachtig instrument om grondstoffen te hergebruiken, in praktijk een beklemmende nachtmerrie. Gevelbouwers moeten voor elk schroefje kunnen aantonen waar het vandaan komt, hoe het is geproduceerd en hoe het na demontage verwerkt wordt. Prima voor een multinational met een leger aan compliance officers. Maar funest voor het midden- en kleinbedrijf dat de ruggengraat vormt van de gevelbouw.
Daar komt nog bij dat de Europese wetgever vaak voorbijgaat aan de nationale context. Wat in Duitsland logisch en haalbaar is, werkt in Nederland niet per se hetzelfde – laat staan in Zuid-Europese landen. Toch worden alle lidstaten over één kam geschoren. Het gevolg? Nederlandse gevelbouwers moeten investeren in dure aanpassingen die op papier mooi zijn, maar in de praktijk nauwelijks bijdragen aan betere gebouwen.
De paradox is schrijnend: de bouwsector, die juist broodnodig is om de verduurzaming en woningbouwopgave te realiseren, wordt door diezelfde ambities vastgezet. Gevelbouwers, die essentieel zijn voor energiezuinige gebouwen, krijgen steeds vaker de handen niet meer op elkaar voor nieuwe projecten. Vertraging, stijgende kosten en afhakende opdrachtgevers zijn inmiddels eerder regel dan uitzondering.
Het wordt tijd dat Europa zichzelf een spiegel voorhoudt. In plaats van elke beleidsdoelstelling te vertalen naar een nieuwe laag regelgeving, zou de nadruk moeten liggen op werkbaarheid, proportionaliteit en samenwerking met de sector. Geef ruimte aan praktische oplossingen, stimuleer innovatie en vertrouw op de deskundigheid van bouwprofessionals.
De gevel is het gezicht van een gebouw – en van onze ambitie. Maar als de druk van boven blijft toenemen, riskeren we dat die gevel uiteindelijk instort onder het gewicht van regels. En dat is niet alleen een probleem voor de bouwsector, maar voor heel Europa.